"Kijk...Ik maak alles nieuw !"

zaterdag 13 november 2010

Voor jeugd van 12 jaar en ouder en ... volwassenen die zich nog jeugdig voelen !

Oorspronkelijk geschreven door S.M.Meijer-Hendriksen

Bewerkt door Jan Willem van Barneveld

Gepost door Jan W. van Bar neveld op 01:27 Geen opmerkingen:

Dit e-mailen Dit bloggen!Delen op Twitter Delen op Facebook Delen op Pinterest

Homepage

Abonneren op: Posts (Atom)

Volgers

Blogarchief

▼ 2010 (1)
- ▼ november (1)
  - Voor jeugd van 12 jaar en ouder en ... volwassenen...

Over mij

Jan W. van Bar neveld: Vanaf augustus 2011 ben ik gepensioneerd. Heb veel sociale contacten. Ook enkele keer contact met oudleerlingen per Hyves. Erg leuk. Ik doe vrijwilligerswerk door middel van een klassiek programma in een studio in het ziekenhuis. Ik geniet met volle teugen !

Mijn volledige profiel tonen

Je hebt er een loep voor nodig om al die moeilijke taal in de Bijbel te begrijpen en zelfs dan snap je het ook niet. Vooral dat laatste boek, dat Openbaring heet… Daar wordt ook heel weinig uit gelezen of voorgelezen. Het wordt vaak niet eens uitgelegd. En dan snap je daar helemaal niks van… En dan gaat het over een beest, een “slechte” vrouw, 2 oude mannen die gaan vertellen, dat de wereld op z’n eind loopt, enz., enz. Als je daar de plaatjes bij verzint, zoals hieronder, dan lijkt het wel een griezelig boek, zoals Harry Potter of zoiets…

Willeke, Rieteke, Linda en Paul...

...en meester JeeWee

Ook Willeke en Rieteke uit de brugklas, Linda en Paul uit 2-HAVO en hun meester (of: leraar) zijn Openbaring samen gaan lezen. Het zijn net zulke jongelui als jullie en zelf hoop ik op jullie meester (of: leraar) te lijken. Dan is het weer net, alsof ik weer les geef, want dat was mijn werk, 38 jaar lang... De vier kinderen hebben hun groepje "kinderbijbelclub" genoemd... Zelf heb ik geprobeerd om Openbaring, het laatste boek in de Bijbel, voor jullie wat uit te leggen... Johannes (hij wordt genoemd "de discipel die Jezus liefhad...") heeft alles in een soort droom gezien...

Kijk, dit is Johannes in zijn jonge jaren...

In de Bijbel kun je in Openbaring zien dat hoofdstuk 4 tot en met 10 eigenlijk een beetje hetzelfde zijn als hoofdstuk 11 tot en met 22. Waarom dan alles 2 keer verteld wordt? Nou, zodat Johannes -en wij natuurlijk!- het allemaal heel goed zullen begrijpen ! Ik denk dat als je meester (of: leraar...), je juf of lerares of je ouders, je iets heel belangrijks vertellen, dat vaak óók twee keer doen !

Het is trouwens erg belangrijk, wat er in dit boek Openbaring wordt verteld ! Het heeft alles te maken met onze toekomst. En van jullie toekomst wil je -denk ik- wel álles weten !!

hoofdstuk 1: openbaring van de heer jezus

Deze foto hierboven stond ergens in een blad…en er stond bij, dat “de wereld in 2012 zou vergaan”…. Willeke en Rieteke die (nog) in de brugklas zaten, hadden de foto met het artikel erbij gezien en min of meer gelezen en opgewonden botsten ze met het blad in de hand, waar dit alles in stond te lezen, tegen Linda op, die van schrik haar tas liet vallen… Haar kleine vriendinnetjes vonden, dat Linda dit ook maar eens moest lezen en toen zij de twee dametjes in de pauze weer tegenkwam, had ze al een besluit genomen…ze zouden met z’n drieën maar eens een Bijbelclub oprichten, zodat ze na schooltijd eens flink zouden gaan opzoeken, waar dat stond over “dat vergaan van de wereld in 2012”… “Maar dan moeten we wel iemand erbij hebben die er echt verstand van heeft”, zei Linda en bijna gelijkertijd riepen ze: “Meester JeeWee….!” En zo zaten ze met z’n vieren na een week, gewapend met een bijbeltje natuurlijk (want dat moesten ze van de meester), in het lege lokaal, waar het ook gezellig was vanwege het tropisch aquarium, dat meester JeeWee altijd bijhield….

...het tropisch aquarium van de meester...

“Allereerst…dat artikel, waar jullie mee kwamen”, zegt de meester, “één ding is zeker: we mogen niet in de plaats van God gaan staan en zomaar rekensommetjes maken om er achter te komen, wat Gods plannen met deze wereld zijn…” “Ik denk daarom, dat het goed is, als we de komende weken één keer in de week het boek Openbaring samen doornemen”. “Kom maar met je bijbeltjes hier om de tafel zitten. “Ik lees jullie eerst Openbaring hoofdstuk 1 voor”, begint de meester. “Kijk, daar had –in plaats van “De Openbaring van Johannes”- moeten staan: “De Openbaring van Jezus Christus aan Johannes”, want in het boek Openbaring wordt “openbaar gemaakt”, hoe God Zich openbaart in Zijn Zoon”. “In het boek Openbaring heeft God Zijn wil, gedachten en plannen bekend gemaakt. Alle profetieën van de Bijbel lopen hierop uit. Hoewel het boek tegenstrijdig lijkt, vormt het toch een mooi geheel. Deze openbaring blijft voor wijze- en verstandige mensen verborgen, maar voor ogen van mensen die geloven "gaat het open”. “We zien hoe het eerste Bijbelboek, Genesis, begint met de schepping van hemel en aarde. Het laatste boek, Openbaring, eindigt met de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Adam en Eva werden van de boom des levens afgesloten, maar in het hemelse paradijs staat de boom des levens aan beide kanten van de rivier en draagt elke maand vrucht.

Adam en Eva werden van de 'boom des levens' afgesloten...

Het boek Genesis begint met het optreden van de satan en Openbaring gaat over het einde van de satan. We zien, dat Jezus Christus een openbaring van Zijn Vader, dat is God, ontvangen heeft en dat Hij door een engel alles aan Johannes doorgeeft. Johannes moet de woorden van de Heer Jezus weer aan ons doorgeven. In Openbaring 1 vers 3 staat, dat Openbaring een profetisch boek is. Het is een ernstig, maar tegelijk ook een blij boek. Johannes begint dan -met een groet- te praten tot de zeven gemeenten in Asia. “Genade en vrede zij jullie van God, die het verleden, het heden en de toekomst in Zijn machtige hand houdt, en van de zeven geesten, die voor Zijn troon zijn

...Johannes op het eiland Patmos, waar hij de 'Openbaring' kreeg... (schilderij van Velasquez)

Met de “zeven geesten” wordt de heilige Geest bedoeld in al zijn volheid. Je zou kunnen zeggen: hij is de grote uitvoerder van Gods macht. Jezus Christus wordt door Johannes de “getrouwe getuige” genoemd, want: Jezus was tot Zijn dood aan het kruis de getuige van Zijn Vader, God dus. Jezus wordt door Johannes ook de “eerstgeborene der doden” genoemd, want: door goddelijke kracht werd Hij opgewekt uit het graf. Ook wordt Hij de “overste der koningen” genoemd, omdat Hij terugkomt op de wolken. Dan zullen wij samen met Hem als koningen heersen” “Dat kun je je toch niet voorstellen?”, zegt Linda. “Nee, dat is heel moeilijk te begrijpen”, zegt de meester, “omdat we nog met aardse ogen kijken”. Dan zullen we hemelse ogen hebben, die heel anders zien. Nu zien we alles nog te klein en beperkt alsof we televisie kijken. Later zullen we met geestelijke ogen zien”. “…ook al weer moeilijk te begrijpen”, zucht Willeke… “Enfin, we gaan weer verder”, zegt de meester. “Dan hoort Johannes de woorden: “Ik ben de alfa en de omega” , het begin en het einde. Op onze school hebben we geen gymnasiumafdeling. Daar leren ze ook wat Grieks. De alfa is de eerste letter van het Griekse alfabet, de omega de laatste letter. Er staat dus eigenlijk, dat Jezus het begin en het einde van alles is. Wist iedereen nou maar, dat Jezus het middelpunt van ons leven is…”

...de Alfa en de Omega...

“Een stem als van een bazuin beveelt Johannes, wat hij ziet, op te schrijven in een boek. Dat boek moet hij sturen naar zeven gemeenten. Over die gemeenten wordt in Openbaring 2 gesproken”. “Johannes wil de stem die hij hoort, zien, draait zich om en ziet zeven (= het getal van de volheid) kandelaren. In de tabernakel was vroeger een kandelaar met zeven lampen, de menorah.

...een menorah...

Die zeven kandelaren betekenen de zeven gemeenten van vroeger met al hun verschillen en de gemeente moet natuurlijk een lichtend licht zijn. Tussen die kandelaren ziet Johannes iemand als een mensenzoon. Jullie weten, dat de Heer Jezus als mensenzoon op aarde is gekomen. Maar ook ,dat Hij als mensenzoon terug zal komen op aarde om het oordeel uit te voeren. De Heer Jezus komt dan als rechter, want Johannes ziet Hem met een lang kleed tot aan de voeten, het teken van Zijn koninklijke en priesterlijke majesteit. Hij heeft een gouden gordel om. Goud is in de Bijbel het teken van goddelijke gerechtigheid. Zijn hoofd en haren zijn wit als witte wol, als sneeuw. Dit betekent de volheid van Zijn goddelijke wijsheid. Zijn ogen zijn als een vuurvlam, ze doorzoeken alles en oordelen. Dan ziet Johannes zijn voeten als van blinkend koper; ze gloeien. Koper is het oordeel van God over de zonde en dat gloeien betekent Gods vastbesloten oordeel. De stem van de Heer Jezus is als het gedruis van veel wateren. Dat betekent, dat Hij de macht en majesteit heeft om een oordeel op aarde uit te spreken. In zijn rechterhand heeft Hij zeven sterren, het symbool van de zeven engelen, de vertegenwoordigers van de gemeenten. Door de engel spreekt de Heer Jezus tot de Gemeente, dat wil zeggen: tot alle mensen die Jezus liefhebben. Uit de mond van de Heer Jezus komt een tweesnijdend zwaard

...een tweesnijdend zwaard, het symbool voor Gods Woord...

In Hebreeën 4 wordt de Bijbel beschreven als een tweesnijdend zwaard. Net als een tweesnijdend zwaard twee kanten heeft, vermaant én troost de Bijbel ons. Johannes wordt verblind en valt “als dood” neer”… “De Here Jezus zal wel een glans van sterk licht om Zich heen gehad hebben”, zegt Linda. “Precies”, zegt de meester, “maar de Heer Jezus heeft Johannes, maar ook ons, zo lief, dat Hij Zijn rechterhand op hem legt. Hij zegt: “Vrees niet, Ik ben de eerste en de laatste”. Daarom hoeven we niet bang te zijn: de Heer Jezus heeft alles in Zijn hand. Hij was er en is er en zal blijven tot in eeuwigheid. Hij heeft zelfs de macht over de dood en satan”. “Dan zegt de Heer Jezus tegen Johannes: “Schrijf op, wat gij gezien hebt, wat is en wat zal gebeuren”. “Dan legt de Heer Jezus het geheim van de zeven sterren en de zeven gouden kandelaren uit”. “Ik vertelde jullie al, jongens, (…dat doet de meester nou altijd…terwijl ze meisjes zijn…)dat de zeven sterren het symbool is van de engelen die de vertegenwoordigers van de zeven gemeenten zijn. Daarvan horen we in hoofdstuk 2. De kandelaren betekenen, dat de gemeenten het licht van de Heer Jezus moeten uitdragen”... Heel stil hebben de meisjes geluisterd. Linda peinst hardop: “Wat zou ik graag de Here Jezus in het echt willen zien” “Zien kunnen we Hem nog niet”, zegt meester JeeWee, “maar we kunnen wel met Hem praten. Van koningin Wilhelmina wordt verteld, dat ze op een ochtend met haar tuinman probeerde te praten over de Heer Jezus.

...de vroegere koningin Wilhelmina...

De tuinman zei: “ Maar hoe weet u nu, dat Hij leeft?” De koningin antwoordde: “Ik heb anders vanmorgen nog met Hem gesproken”. “Maar nu naar huis, jongens (….), zegt meester JeeWee, het wordt al donker…” “Gaan we eerst nog wat zingen, mees?!” zegt Rieteke. “Ja, dat doen we”, zegt de meester en hij pakt z’n gitaar erbij.

Opwekkingslied 534...

Jezus, Gods heerlijkheid verschijnt. De Mensenzoon, de Zoon van God zal koning zijn. Jezus, Hij offerde zichzelf; wordt nu verhoogd, wordt nu gekroond; Hij is de Heer ! En zijn koninkrijk kent geen grens en haar heerlijkheid kent geen eind, nu de majesteit en luister van de Vredevorst verschijnt. Hij zal koning zijn, Hij zal heerser zijn en regeren met macht en in gerechtigheid. Jezus, Gods heerlijkheid verschijnt.

hoofdstuk 2: De Heer Jezus spreekt tegen de gemeenten

...kaartje van Klein-Azië, nù Turkije...

Linda en de meester zitten al over een kaart van Klein-Azië gebogen, als Willeke en Rieteke (er is buiten veel wind…) druk kwebbelend het lokaal binnenvallen… “Hé…Turkije…daar ben ik op vakantie geweest”, roept Willeke. “Is Griekenland daar ook in de buurt?”…daar ben ík op vakantie geweest”, roept Rieteke… “Het lijkt wel of jullie nù al op vakantie zijn”, zegt meester JeeWee, “kun je niet wat fatsoenlijker binnen komen?”... De meiden gaan met een hoogrode kleur –ook van de wind natuurlijk- gauw zitten. “Ja , jullie hebben gelijk hoor…het is daar ook vakantiegebied. Veel mensen gaan daar –ook vanwege het mooie weer- graag naar toe. Vandaag gaat het alleen over deze plaatsen: Efeze, Smyrna, Pergamum en Thyatira, dat wil zeggen: over de gemeenten die daar in die tijd waren. Lezen jullie maar eens mee uit jullie bijbeltjes, als ik Openbaring 2 voorlees. Hierin lezen we, dat de Heer Jezus de gemeenten gaat “vermanen”; dat is een oud, maar nog niet versleten, woord, dat zoiets betekent als: “op je kop geven”… dat doen m'n collega's en ik ook nog wel eens, haha.."

...'vermanen'...

In hoofdstuk 1 lazen we, dat het boek Openbaring als een profetisch boek aan Johannes werd doorgegeven. In dit hoofdstuk lezen we, hoe bestaande gemeenten “brieven” ontvangen, als het ware door de Heer Jezus “geschreven”. Niet apart, maar in twee hoofdstukken worden ze allemaal doorgestuurd. Dat moet Johannes dus doen. Zeven gemeenten krijgen deze “brief”. Het getal 7 is in de Bijbel het getal van de geestelijke volmaaktheid en die ontstaat (of: moet verbeterd worden) in contact met de Schepper, God dus, en het schepsel, de mens dus.

...eigenlijk zouden we altijd dit 'merk' moeten dragen...

De heilige Geest, de uitvoerder van Gods macht, wilde door die zeven gemeenten laten zien, hoe het met de geschiedenis van de christelijke kerk op aarde stond. Als je deze brieven goed leest, zie je hoe de afval en het kwaad steeds erger worden, totdat…de gemeente van Laodicea uit de mond van God wordt uitgespuugd… De brieven zijn dus een waarschuwing voor alle christenen, vroeger en nu. De Heer Jezus komt als rechter te staan voor de gemeenten. Hij begint eerst met de gemeente van Efeze te prijzen.

...Efeze...

Hij zegt, dat Hij weet van hun werken en hun volharding. Daar is Hij erg blij om, maar…waar waren hun geloof, hoop en liefde gebleven? Je kunt wel goed zijn voor anderen, maar werken zonder liefde hebben geen waarde ! De Heer Jezus heeft ons met heel Zijn hart lief, maar wil ook, dat wij Hem liefhebben en Zijn wil op aarde doen. Sommigen zijn na hun bekering zo enthousiast, dat ze net een bruisende waterval lijken. Iedereen willen ze meesleuren, die op hun weg komt, maar een waterval verglijdt en eindigt in een rustig kabbelend beekje. Daar –in die stilte- kan God juist tot ons spreken.

...in de stilte...

Als we maar nooit stilstaand water worden, want dat verspreidt geen goede geur. “Als jullie je niet bekeren”, zegt de Heer Jezus tegen de gemeente van Efeze, “dan zal Ik de kandelaar van zijn plaats wegnemen”. Als de liefde voor de Heer Jezus steeds minder wordt, kun je geen licht meer uitdragen, dat wil zeggen: dan verdwijnt de kandelaar, de gemeente dus… Dan komt er weer een troostend woord: “Jullie haten de werken van de Nicolaïeten, die Ik ook haat…” De Nicolaïeten deden verkeerde dingen en rekenden toch op de genade. Maar de Heer haat de zonden en geeft genade als wij onze zonden belijden en door Zijn kracht die zonden overwinnen”. “Hoor, wat de Geest zegt”, zegt, klinkt dan de stem van de Heer Jezus, “Wie overwint, zal Ik te eten geven van de boom des levens die in het paradijs van God is”. Door de dood van Jezus Christus aan het kruis mag ieder, die in Hem gelooft, later eten van de boom des levens” Dan gaat Johannes de gemeente van Smyrna de woorden van de Heer Jezus doorgeven.

...Smyrna (nù: Izmir)...

Deze gemeente wordt niet vermaand, de Here God weet van hun verdrukking en armoe, zoals we die nu ook kennen onder de vervolgde christenen die lijden in gevangenissen en concentratiekampen, omdat ze in de Heer Jezus geloven. De gemeente van Smyrna lijdt onder de druk van mensen, die beweren, dat ze kinderen van God zijn, maar ze zijn het niet. “…Maar wees niet bang”, zegt de Heer Jezus, “al zal de satan jullie aanvallen en verdrukken, hij kan geen stap verder gaan dan God toelaat en kan wel je lichaam, maar niet je ziel doden…” “En daar bedoelt de Heer Jezus de mensen mee”, zegt de meester, “die sterven, omdat ze Jezus liefhebben, maar hun ziel gaat naar de Here Jezus toe… Daar wacht hen een blijde toekomst en geen oordeel. Dat geldt ook voor jullie en mij”. “Profetisch gezien spreekt de Heer Jezus tegen Smyrna over een heel lange tijd: de periode van de tweede en derde eeuw. De christenen daar werden al tien keer vervolgd, waarvan de laatste onder keizer Diocletianus tien jaar duurde…”

...borstbeeld van Diocletianus...

In Openbaring 2 gaat het over een verdrukking van tien dagen. In de Bijbel wordt het woord “dag” vaak gebruikt voor perioden van langere duur. De Heer geeft ons vaak verdrukking om ons dichter bij Hem te brengen….

...Pergamum nù...

“Nu zullen we gaan zien, wat de Heer Jezus tegen de gemeente in Pergamum zegt”, zegt meester JeeWee. “Die gemeente heeft zich met de wereld vermengd, met ongelovigen en ook met die mensen die de naam van Christus wilden dragen en toch de wereld dienden, naamchristenen dus…. Toch heeft deze gemeente het geloof in de Heer Jezus niet verloochend. Profetisch gezien, zien we hoe na de christenvervolgingen daar rust kwam. Allerlei godsdienstige feesten werden georganiseerd en de gemeente kwam onder bescherming van de staat. Daardoor kwamen er allerlei dwalingen in de gemeente en het eenvoudige geloof viel weg… Keizer Constantijn de Grote werd voorzitter in de vergadering van de gemeente en hij regelde alles naar zijn wil. Daarom roept de Heer Jezus deze gemeente ook op tot bekering. Hij zegt: “Ik zal Zelf strijd tegen hen voeren”. Dan belooft Hij degenen, die overwinnen, dat Hij ze zal geven “van het verborgen manna”. Manna kregen de Israëlieten in de woestijn. Later werd –als herinnering- in de ark van het verbond, dat in de tempel in het heilige der heiligen stond, ook een beetje manna bewaard in een gouden kruik.

...manna...

De Heer Jezus zei van zichzelf: “Ik ben het brood des levens”. Hij is als het ware het verborgen manna…

...handen die zich uitstrekken naar het verborgen manna...

Zijn heerlijkheid zullen we eenmaal zien. De Heer Jezus belooft de overwinnaars ook een witte steen, het teken, dat je vrijgesproken bent van je zonde. Op die steen wordt je nieuwe naam geschreven, die alleen voor jou bestemd is. “Ik ken het verhaal”, zegt meester JeeWee, “van een ver familielid van me, die –vlak voordat hij stierf- zei, dat hij de witte steen al zag staan…Dat hij die steen al had gezien, werd op zijn rouwkaart geschreven….” “Mooi”, zegt Linda, en ze is daarbij echt wat ontroerd…

...een witte steen...teken van iemand die de Heer Jezus liefheeft...

“De Heer Jezus gaat nu tegen de gemeente van Thyatira, het huidige Ak-Hisar spreken”, zegt de meester.

...toen Thyatira...nu Ak-Hisar...

“Die gemeente is al ver afgedwaald. De Heer Jezus kijkt met ogen als van een vuurvlam naar deze gemeente. Dat zijn voeten van koperbrons zijn, wijst op het komende oordeel. Tóch blijft de Heer Jezus in Zijn liefde eerst stilstaan bij diegenen die in geloof en liefde staande zijn gebleven. Doordat de toestand in Thyatira zo treurig was, getuigden de gelovigen nog meer van hun geloof in Jezus Christus. Net als in de tijd van Izebel, de vrouw van koning Achab, is er een macht aan het bewind die verschrikkelijke dwalingen in de gemeente brengt. Hoererij en overspel noemt Jezus als goddeloze vermenging met de wereld. Met de afgodenoffers spreekt de Heer Jezus over de invoering van de afgodendienst….” “Jullie weten wel”, zegt meester JeeWee, “dat afgoden ook macht, eer en geld kunnen zijn, trouwens: alles, wat van de Heer Jezus aftrekt en Jezus niet meer op de eerste plaats zet…” “In de middeleeuwen is alles, wat hier is geprofeteerd, al gebeurd… Allerlei dwaalleraars kwamen de roomse kerk binnen. De paus ging zich plaatsbekleder van Christus noemen en er kwamen vreselijke christenvervolgingen, waarbij veel christelijke getuigen op de brandstapel omkwamen….

...christenen op de brandstapel...

De Heer Jezus zegt, dat de vervolgers hun straf niet zullen ontlopen. Nog steeds is er veel dwaalleer in de rooms-katholieke kerk. De Bijbel –Gods Woord- mocht tot voor kort niet door de mensen in de r.k.-kerk worden gelezen. Nog steeds is er verering van heiligen. Maar alleen degenen, die geheiligd zijn door het bloed van Jezus Christus zijn in Gods ogen heilig. “Heilig” betekent, dat we voor God apart staan in deze wereld. Door goede werken kun je niet heilig worden, want het is allemaal genade. Je hebt vast wel eens van moeder Theresa gehoord, een non die in India heel veel goed werk heeft gedaan voor de armen. Zij is eens ook heilig “verklaard”. Ze zou zelf niet graag gewild hebben, dat we haar als heilige zouden aanbidden… Ze leefde heel dicht bij de Heer

...tekening van moeder Theresa...

De Heer Jezus roept ons toe: “Hou je geloof vast, tot Ik gekomen ben”. “Het is misschien niet zo’n bekend lied, jongens (…)”, zegt meester JeeWee, “maar het lied “In de naam van Jezus” is wel toepasselijk… Als je het bijna kent, zing je maar mee:

Opwekkingslied 22...

In de naam van Jezus, in de naam van Jezus overwinnen wij. In de naam van Jezus, in de naam van Jezus, vluchten demonen voor mij. Wie kan weerstaan Gods liefdemacht? Wie wil ervaren Zijn grote kracht? In de naam van Jezus, Jezus, overwinnen wij.

hoofdstuk 3: De Heer Jezus spreekt tot de gemeenten van Sardes, Filadelfia en Laodicea

...het hedendaagse gymnasium te Sardes...

“We pakken weer gauw de draad op, waar we gebleven zijn”, zegt meester JeeWee, “anders raken we de draad gauw kwijt”… Over de gemeenten Efeze, Smyrna, Pergamum en Thyatira hebben we het nu gehad…nu zijn de gemeenten Sardes, Filadelfia en Laodicea aan de beurt… Kijk, hier is een foto van een school met middelbaar onderwijs, een gymnasium in Sardes nu…het ziet er wel heel anders uit dan onze school…” “Het ziet er echt oosters uit”, zegt Linda, “met al die zuiltjes”.

“Inderdaad”, zegt de meester, Klein-Azië met Turkije en Griekenland zijn weliswaar moderne landen geworden met veel toerisme, maar ze hebben toch gelukkig de oude bouwstijl behouden…” En nadat Willeke nog eens uitvoerig over haar vakantie in Turkije heeft verteld, gaat de meester verder over waar ze voor gekomen zijn…

...vakantieland Turkije...

Eerst leest hij Openbaring 3 voor, terwijl de kinderen in hun bijbeltjes meelezen, en dan begint hij met de uitleg: “De Heer Jezus begint nu tegen de gemeente van Sardes te spreken. Hij, de Heer Jezus, is de bron van alle geestelijke kracht en Hij heeft ook de volheid van de heilige Geest en alle gezag. Daarom kan Hij ook zeggen: “Ik weet, dat jullie de naam hebben, dat jullie leven, maar dat is niet waar: jullie zijn dood !!” Datzelfde was het geval in de tijd van de kerkhervorming of “reformatie” in de 16e eeuw. Op Wikipedia kun je er over lezen. Klik maar op: http://nl.wikipedia.org/wiki/Reformatie (Wél je Ctrl-knop ingedrukt houden…) De kerk werd georganiseerd door tal van menselijke regels. Gelukkig ging Luther zich verdiepen in de Bijbel, Gods Woord, later Calvijn en Zwingli. Hierover kun je ook lezen op Wikipedia: http://nl.wikipedia.org/wiki/Maarten_Luther

...Maarten Luther, 1483-1546...

De mensen gingen weer meer aan God denken dan aan de buitenkant van de dingen. Door -vooral- Luther brak het besef door, dat het niet alleen om werken gaat, maar vooral om werken vanuit het geloof. Allerlei verkeerde menselijke gebruiken werden verwijderd, zoals de “aflaat”, waarbij je voor vergeving van je zonden kon betalen. Dan hoefde je tenminste niet in het “vagevuur”, een soort hel. Ook beelden uit de rooms-katholieke kerk -waarvoor de mensen knielden- werden kapot gemaakt, de zogenaamde “beeldenstorm”. “…Maar je ziet toch nog wel beelden in de rooms-katholieke kerk”, zegt Rieteke… “Dat is ook zo”, zegt meester JeeWee, “maar het zijn er steeds minder… Een rooms-katholieke vriend van mij vertelde mij dat pas geleden. “Ja, dat klopt”, zegt Willeke, “ik was pas met m’n neefje –toen ik daar logeerde- ook in een rooms-katholieke kerk. Er was volgens mij geen beeld meer te zien…

...een spotprent over de 'beeldenstorm' die onder andere in 1573 plaats vond...

De rooms-katholieke kerk ging toen erg tekeer –uit haat- met vreselijke christenvervolgingen. Weer stroomde het bloed van hen die Christus wilden volgen… Er kwam een kleine opbloei, nadat half Europa de r.k. kerk de rug toekeerde. Dat duurde echter niet lang, want door de verschillende meningen van de hervormers als Luther, Zwingli, Calvijn, Hus, Wycliffe en anderen, kwam er weer een dwaling in de kerk en werd het geloof zelfs soms een formaliteit als eten en drinken… Eerst heerste de kerk over de staat, maar vanaf die tijd wordt de staat hoofd van de kerk. De Heer Jezus kwam het gezag niet meer toe en dat was de grootste dwaling, een dwaling die we in deze eindtijd ook weer ervaren… Men vond de leer alleen nog maar belangrijk, dat wil zeggen: al de door de mens bedachte regeltjes, die volgens de mens belangrijk waren… Het leven uit God kreeg weinig of geen waarde meer… Er is in de gemeente van Sardes –die vergeleken wordt met de reformatiegemeente- geen afgodendienst, zoals in Thyatira, maar niemand vroeg meer naar de Bijbel, Gods Woord, en Gods Wil…. Ieder ging zijn eigen kerk bedenken en in welke vorm je die kon gieten… Daarom roept de Heer Jezus: “Bekeert u en als u niet wakker wordt, zal Ik komen als een dief en je zult niet weten wanneer…” Degenen die Gods Woord, de Bijbel, niet meer lezen, weten niets van Jezus’ wederkomst, voor die mensen is straks Zijn komst onverwachts…”

...Jezus' wederkomst...

Maar wie in het geloof blijven volharden, zullen bekleed worden met witte kleren, belooft de Heer. Zij zullen volkomen “gerechtvaardigd” worden (…dat betekent, dat ze recht voor God mogen staan…voor God zijn ze dan zonder “vlek of rimpel”…) Als we weten, dat onze zonden vergeven zijn, mogen we ook zingen: “Witter dan sneeuw zal ik zijn…” Als je dit weet en het gelooft, zul je in het Boek des levens staan en de Heer Zelf zal je naam belijden voor Zijn Vader –de Here God- en Zijn engelen. Zo lief heeft de Heer Jezus ons, dat Hij Zelf als Hogepriester bidt en pleit voor ons bij Zijn hemelse Vader”.

...Jezus als Hogepriester...

“Luister naar wat de heilige Geest tot jullie zegt”, zegt de Heer Jezus, voordat Hij tot de gemeente van Filadelfia gaat spreken…

...Filadelfia, oude kerk, waarin al 1000 jaar lang kerkdiensten worden gehouden...

Hij spreekt dan tot die christenen in Filadelfia, die zich van de zogenaamde christenen, de “naamchristenen”, hebben afgezonderd. Deze ware christenen zien uit naar Jezus’ komst. Die gemeente wordt afgezonderd en klaar gemaakt voor de komst van de Heer. In het begin van de brief zegt de Heer Jezus: “Dit zegt de Heilige, de Waarachtige Die de sleutel van David heeft, die opent en niemand zal sluiten en Hij sluit en niemand opent”. Door deze opmerking lees je, dat Christus Jezus het middelpunt is van alle ware gelovigen. Voor deze gelovigen verliezen allerlei kerkelijke leer, vormen en instellingen hun waarde. Zij weten, dat alleen Jezus alle macht heeft in de hemel en op de aarde. De satan of welke macht van satan ook kan Jezus hinderen om de deur te openen en te sluiten. De Heer Jezus troost Zijn getrouwen ook met de woorden: “Ik heb een geopende deur voor jullie, die niemand kan sluiten. Al heb je kleine kracht, je hebt mijn Naam niet verloochend”. De Heer Jezus opent in deze 21e eeuw al veel deuren. Door telecommunicatie en ook illegaal wordt het Evangelie verspreid. Denk bijvoorbeeld aan de stichting “Open Doors” die miljoenen Bijbels verspreidt, ook in moslimlanden. Om daar iets meer over te weten te komen, klik je maar weer op: http://www.opendoors.nl/ Al zijn degenen die de Bijbel trouw lezen, weinig en zwak in kracht, de Heer Jezus is overwinnaar. Juist in zwakheid openbaart zich Gods kracht, zegt de apostel Paulus in de Bijbel en door Jezus Christus kunnen de vervolgde en verdrukte christenen volhouden. Alleen het Woord van God, de Bijbel, geeft in tijden van bijgeloof en geloof het licht, waardoor je de waarheid van de leugen kunt onderscheiden.

...de Bijbel...hét goede voorbeeld...

...en met jou?...

In de gemeente van Filadelfia hadden de mensen te maken met pesterijen door degenen die niet in God geloofden. Die laatsten hoorden tot de “synagoge van satan”. Eens zullen ze begrijpen, dat de volgers van Christus gelijk hadden en dat de Heer Jezus juist hén lief had… Dan volgt een heerlijke belofte voor de gemeente van Filadelfia: “Omdat jullie Mij bleven verwachten, zal Ik jullie bewaren voor het uur van de verzoeking, die over de aarde komen zal”. “Kijk jongens (…)”, zegt meester JeeWee, “hiermee doelt de Heer Jezus op de grote verdrukking, die volgt, als wij door de Heer Jezus zijn opgenomen in de hemel. De verzoeking is hetzelfde als de grote verdrukking. Dat zal een verschrikkelijke tijd zijn. Over een paar weken zul je erover horen. Zoals Henoch opgenomen werd in de hemel, voordat de zondvloed uitbrak, zo zal de Heer Jezus degenen die Hem liefhebben, dus ook jou en mij, opnemen in de hemel.

...mooie plaat van Noach met de dieren na de zondvloed, met de ark op de achtergrond...

We hebben daar pas nog over gelezen in 1 Tessalonicenzen 4. Daar lazen we, hoe de opname van de gemeente plaats vindt. In een oogwenk zullen we de Heer Jezus tegemoet gaan in de lucht. “Ik kom spoedig”, belooft de Heer ook. In Openbaring 19 lees je er ook meer van en in Handelingen staat, dat de engel tegen de leerlingen zegt, als de Heer Jezus naar de hemel gaat: “Mannen uit Galilea, wat staat u toch naar de lucht te kijken? Jezus is in de hemel opgenomen. Maar Hij zal net zo terugkomen al u Hem hebt zien weggaan…”

...Jezus zal terugkomen met de wolken...

“Die belofte: “Ik kom spoedig” staat niet in de vorige brieven aan de gemeentes. Al is er spot of ongeloof om ons heen, net zoals bij de christenen van Filadelfia, de Heer zegt: “Waakt, houdt uw geloof vast”. De Heer Jezus wacht ook op het moment, dat Zijn Vader, God dus, zegt: “Haal nu je bruidsgemeente maar Thuis”. Jullie weten, dat de bruidsgemeente wordt gevormd door alle ware gelovigen op aarde. Dan volgt een drievoudige belofte: wie overwint, maakt de Heer tot een “zuil in de tempel van God. Hij schrijft op hem of haar de naam van God en het nieuwe Jeruzalem en ook zijn of haar nieuwe naam… Die zuil of pilaar is het beeld van kracht. We zullen eeuwige steunpilaren of –zuilen van de tempel van God zijn. We zullen bij God zijn en in het nieuwe Jeruzalem wonen. Daar ontvangen we ook een nieuwe naam van God. Wat zal er een blijdschap zijn in de hemel over al die heerlijke dingen !

...ruïnes in Laodicea...

Dan spreekt de Heer Jezus tegen de gemeente van Laodicea. Hij doet een oproep tot bekering, tot verandering dus…. De zogenaamde “naamchristenen”, die na de opname van de gemeente nog op aarde wonen, zijn helaas niet koud of heet meer, maar lauw. Ze zijn onverschillig geworden. Die mensen beroepen zich op eigen kennis en wetenschap en genieten van hun macht en rijkdom. Zij willen niets meer weten van de Heer Jezus. Daar heeft de Heer verdriet van, want wat betekent eer, roem, geld en kennis?! Dit alles moet toch eens losgelaten worden. Daarom “vermaant” de Heer Jezus nog eens: “Ik raad u aan goud van Mij te kopen en witte kleren en ogenzalf”. Waarom ogenzalf? Die naamchristenen zien hun zonden niet meer en belijden ze ook niet meer, ze kunnen dus ook niet meer recht voor God staan (= gerechtvaardigd worden…) Zij hebben geen ogenzalf, geen zalving van de heilige Geest, waardoor ze geestelijk kunnen zien. Alles, wat ze nog (willen) zien, is oppervlakkig… Vol liefde roept de Heer Jezus: “Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop…” Als nog iemand die deur openmaakt, zal de Heer bij hem of haar binnenkomen. “Want”, zegt de Heer, “wie overwint, die zal Ik geven met Mij te zitten op Mijn troon. Zoals ook Ik heb overwonnen en zit bij Mijn Vader op de troon”. Degenen die dus nog de deur opendoen, zullen dus bij Hem zitten op Zijn troon…” “We hebben nu mogen zien”, zegt de meester, “hoe de Heer Jezus zijn Gemeente (…en nu met een hoofdletter G, omdat het over al zijn gemeenten gaat…) verzamelde en nog steeds verzamelt. In de eerste zes brieven aan de gemeenten zie we, hoe de Heer eerst praat over het goede wat die en die gemeente heeft gedaan. De gemeente van Laodicea is zover afgedwaald, dat de Heer zegt: “Ik zal jullie uit mijn mond spuwen”. Deze zeven brieven aan de zeven gemeenten hebben tot doel om de gelovigen vroeger, nu en later een richtsnoer te geven en hen te wijzen op God en Zijn Woord. Misschien hebben jullie ook gemerkt, dat het over profetie gaat: dat wat er nog gebeuren gaat en wat dat betekent en dat het over geschiedenis gaat: wat er in al die tijd vroeger met de gemeentes gebeurde…” “Ik zal nog even de zeven gemeenten herhalen”, zegt de meester, “want herhaling is de beste leermeester… :

1. De gemeente van Efeze: hier zien we hoe de gemeente haar eerste liefde heeft losgelaten aan het eind van de eeuw van de apostelen. 2. De gemeente van Smyrna: het gevolg is: vervolgingen 3. De gemeente van Pergamum: laat zien hoe het christendom zich met de wereld vermengt. 4. De gemeente van Thyatira: de christenen worden verleid tot afgodendienst. 5. De gemeente van Sardes: het geloof is “dood”. De christenen beleven alleen nog de buitenkant van de dingen, hoewel de reformatie, dankzij Luther en andere kerkvaders goede dingen heeft gebracht. 6. De gemeente van Laodicea: nog maar weinig christenen zijn er, maar díe er zijn, bouwen op Gods kracht. Zij worden in de hemel opgenomen, voordat de grote verdrukking begint. In Laodicea zijn hoofdzakelijk naamchristenen; daarom zal de Heer Zijn oordeel doen komen. “We leren hieruit”, zegt de meester, dat wij in deze wereld –net als de wijze meisjes uit Matteüs 25- onze lampen brandende moeten houden en dat we er op moeten letten om klaar te zijn, als de Heer Jezus terugkomt om met Hem mee te gaan naar de “bruiloftszaal”… En voordat Linda, Willeke en Rieteke (en de meester natuurlijk…) naar huis gaan, lezen ze nog even samen dat mooie verhaal uit Matteüs 25:

...olielampje...

1 Dan zal het met het koninkrijk van de hemel zijn als met tien meisjes die hun olielampen hadden gepakt en eropuit trokken, de bruidegom tegemoet. 2 Vijf van hen waren dwaas, de andere vijf waren wijs. 3 De dwaze meisjes hadden wel hun lampen gepakt, maar geen extra olie. 4 De wijze meisjes hadden behalve hun lampen ook olie in kruiken bij zich. 5 Omdat de bruidegom op zich liet wachten, werden ze allemaal slaperig en dommelden ze in. 6 Midden in de nacht klonk er luid geroep: “Daar is de bruidegom! Kom, ga hem tegemoet.” 7 Dat wekte de meisjes en ze brachten hun olielampen in orde. 8 De dwaze meisjes zeiden tegen de wijze: “Geef ons wat van jullie olie, want onze lampen gaan al uit.” 9 De wijze meisjes antwoordden: “Nee, straks is er nog te weinig voor ons en jullie samen. Zoek liever een verkoper en koop zelf olie.” 10 Terwijl zij op olie uit waren, arriveerde de bruidegom, en zij die klaarstonden gingen met hem naar binnen voor het bruiloftsfeest, waarna de deur gesloten werd. 11 Enige tijd later kwamen ook de andere meisjes. Ze riepen: “Heer, heer, laat ons binnen!” 12 Maar hij antwoordde: “Ik ken jullie werkelijk niet.” 13 Wees dus waakzaam, want jullie weten niet op welke dag en op welk tijdstip hij komt.

hoofdstuk 4. de 24 oudsten en de 4 dieren

...die prachtige wereld door God gemaakt...

“Ik wil nog eens even terugkomen op dat opzienbarende krantenartikel, waarmee de meisjes drie weken geleden binnenkwamen, en waardoor onze Bijbelclub over Openbaring is ontstaan…” zegt meester JeeWee. “Nu las ik zelf weer zo’n stuk in een krant, waarin wordt verteld, dat de wereld zal vergaan…en ja hoor, ze weten precies wanneer: 21 december 2012… En hoe komen ze erbij? Omdat de Egyptenaren en de Maya’s in Zuid-Amerika een soort zondvloed voorspellen…” “Je hebt nu wel begrepen, dat dit allemaal uit de lucht gegrepen is en niet uit de Bijbel, Gods Woord… Die prachtige wereld zal een nieuwe schepping, een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, opleveren, waar gerechtigheid en vrede zal heersen en daar zullen jullie en ik ook wonen, dát wel…dat heeft God beloofd. Maar eerst zal Jezus Christus nog op aarde terugkomen en zal er nog heel wat gebeuren, dat wij niet meer zullen meemaken…” Daarna zullen jullie en ik en allen die Jezus Christus liefhebben van die nieuwe schepping genieten. God zal dan alles in allen zijn. Dat gaan we straks lezen in het op een na laatste hoofdstuk in Openbaring. . Helemaal niet “vergaan” van de wereld dus…” Bovendien staat in Genesis 9: 11 Deze belofte doe ik jullie (zegt God): nooit weer zal alles wat leeft door het water van een vloed worden uitgeroeid, nooit weer zal er een zondvloed komen om de aarde te vernietigen. ...en als teken daarvan geeft God ons de regenboog. Een verbond dus tussen Hem en de mensen, dat er nooit meer een zondvloed zal komen.

...regenboog als verbond tussen God en de mensen...

“Laten we maar liever beginnen met die dingen te lezen die werkelijk zullen gebeuren. Ze vertellen –vanaf hoofdstuk 4 tot en met 10- geweldige gebeurtenissen die hun weerslag ook weer geven in de hoofdstukken 11 tot en met 22”… “Johannes ziet in hoofdstuk 4 –nadat hij de woorden van God gehoord heeft- een geopende deur in de hemel. Hij moest eerst opschrijven, wat de Heer Jezus als rechter hem vertelde over wat was en wat is in de zeven gemeenten van Asia. Nu gaat Johannes zien wat er gebeuren zal. De eerste stem die Johannes gehoord had –die van de Heer Jezus dus- zei tegen Johannes: “Klim hierheen op en Ik zal je laten zien, wat er gebeuren moet” Zo zullen wij ook later vanuit de hemel de oordelen zien, die over de aarde komen. We hoeven die oordelen –als het goed is- niet mee te maken. Johannes ziet dan een troon in de hemel en Degene die daarop zit, heeft een uiterlijk als van diamant en sardius.

...sardius...

...diamant...

De heerlijkheid van God wordt daarmee voorgesteld. “Hoe dat is, jongens (…)…de Bijbel zegt, dat God in een ontoegankelijk licht woont en ik denk, dat er altijd een afstand zal blijven, ook in de hemel, tussen God en de mens… Ook ziet Johannes het symbool van Gods trouw, want rondom de troon is een regenboog die lijkt op smaragd.

...smaragd...

De smaragd was de steen van Juda, zoals je die ook zag op de borst van de hogepriester.

...de hogepriester met op zijn borst de 12 stenen, elk een stam uit Israël voorstellend...

“Kijk”, zegt de meester, “hier staat het weer: God bevestigt door die prachtige regenboog, dat de aarde niet meer door water zal vergaan... Rondom de troon ziet Johannes 24 tronen en op die tronen zitten 24 waardig mannen, oudsten heten die. In evangelische-, baptisten- en pinkstergemeenten heten de verantwoordelijke mannen van de gemeenten ook oudsten. Johannes ziet ze gekleed in witte klederen en met gouden kronen op het hoofd. Hun koninklijke- en priesterlijke waardigheid wordt daarmee aangeduid. De 24 oudsten zijn de vertegenwoordigers van een grote hoeveelheid heiligen. “Heilig” noemt God ons als we afgezonderd en toegewijd voor God blijven. Die heiligen waren uit alle volken en geslachten gekocht door het reinigende bloed van de Heer Jezus. Waarschijnlijk waren het 24 oudsten, omdat er ook 24 priesterorden waren in Israël. De oudsten in Israël vertegenwoordigden het hele volk Israël, deze oudsten vertegenwoordigen hier het hemelse volk, namelijk die gelovigen, die in Christus zijn gestorven en in de hemel zijn opgenomen als de Gemeente van Christus. Johannes ziet de oudsten als verheerlijkte heiligen met nieuwe lichamen. We horen in de andere hoofstukken in Openbaring telkens van hen tijdens de oordelen. Zij zijn vol lof en dank aan God !

...vol lof en dank aan God ! ...

Vanuit de troon gaan bliksemstralen, stemmen en donderslagen uit en zeven vurige fakkels branden voor de troon: dit zijn de zeven geesten van God. “Bij het lezen hiervan”, zegt meester JeeWee, en zijn stem trilt een beetje, “denk ik: nu nog is het genadetijd en mogen wij dicht bij Gods troon komen, nu nog zegent God ons elke dag ! Maar wat Johannes toen zag, was de troon van het oordeel ! De heilige Geest ziet Johannes niet meer als een duif ,net als toen Jezus gedoopt werd…ook niet als een geweldige kracht, net als toen op de Pinksterdag. Hij verschijnt in het visioen van Johannes in al zijn volmaaktheid, als een ontdekkend licht en verterend vuur. Vóór de troon ziet Johannes een glazen zee als kristal en rondom de troon de heiligen die –door het geloof- zonder vlek of rimpel zijn. Midden en rondom de troon zijn vier dieren met ieder zes vleugels, vol ogen van voren en van achteren. We kunnen hier denken aan cherubijnen of cherubs, Gods meest belangrijke engelen, waarover onder andere ook de profeet Ezechiël sprak. Hun ogen kunnen alles zien en beoordelen. Twee cherubs stonden vroeger ook boven op de ark van het verbond in het heilige der heiligen in de tempel.

...de 2 cherubs op het deksel van de ark van het verbond...

Het eerste dier lijkt op een leeuw, het symbool van kracht en majesteit. Het tweede dier lijkt op een rund, symbool van volharding. Het derde dier heeft het uiterlijk van een mens, symbool van verstand. Het vierde dier lijkt op een vliegende arend, het symbool van snelheid. Zoals gezegd: ze hebben alle vier zes vleugels. Dat duidt de snelheid aan, waarmee zij de oordelen van God uitvoeren, terwijl de ogen rondom en van binnen hun macht voorstellen om alles aan het licht te brengen en te beoordelen. Deze vier dieren, die je dus ook met cherubijnen of cherubs kunt vergelijken, verheerlijken en prijzen God, terwijl ze roepen: “Heilig, heilig is de Here God, de Almachtige, die was en die is en die komt”. God –in Zijn heiligheid- moet rechtvaardig zijn en het oordeel voltrekken. Zodra de 24 oudsten horen, dat de dieren eer geven aan de eeuwige God, werpen zij zich in aanbidding neer voor God. Bij al de bliksemstralen, stemmen en donderslagen, blijven de oudsten op hun plaats, omdat ze weten, dat het oordeel hen niet meer kan treffen. Nu werpen zij zich dus voor de Almachtige en ook de erekroon die ze gekregen hebben, werpen ze voor Gods troon neer. In de hemel hebben zij geestelijk verstand gekregen. De erekroon komt de Schepper van aarde en hemel toe. Dat laten ze ook blijken, als ze zeggen: “Here God, U bent waard om de heerlijkheid, de eer en de macht te ontvangen, want Gij hebt immers alles door Uw wil geschapen”

...de wereldbeker ! ...die kan nog niet tippen aan de erekroon !!

“Jongens”(...hij blijft het steeds maar zeggen, terwijl Linda, Willeke en Rieteke toch echt meisjes zijn...), hier wordt in de hemel een raadsel opgelost. Wat wij hier op aarde denken over Gods eeuwige heerlijkheid wordt daar eens blijvend vervuld: ook wij zullen eens knielen voor de almachtige God, die wij op aarde altijd “Abba, Vader” mochten noemen. Dat kan alleen, als wij op aarde steeds –als we gezondigd hebben- bij de voet van het kruis geknield hebben, bij de Heer Jezus. “Ik weet daar een lied over”, zegt Willeke. Ze zingen het samen bij de gitaar van de meester als afsluiting van deze vierde keer Bijbelclub...

Ik wil komen en knielen aan uw voeten, Heer Jezus. In uw nabijheid is volheid van vreugd. Er is niemand, niets en niemand die mij zo vervullen kan. ‘k Vind mijn vreugde in U alleen, o Heer.

hoofdstuk 5 : Over de verzegelde boekrol en het Lam, de Here Jezus

...een boekrol over Esther die nog jaarlijks tijdens het Poerimfeest wordt voorgelezen in de Joodse synagoge...

“Zo, daar zijn jullie weer met je bijbeltjes”, zegt meester JeeWee, als de drie meiden met veel gepraat binnenkomen… Het lijkt wel wat brutaal, maar Linda bedoelt het goed: “Ja logisch meester, wat moeten we dan anders meenemen?” “Nou, heel vroeger lazen ze de Bijbel van een rol….een boekrol…kijk, hier is een foto van zo’n boekrol die elk jaar in de Joodse synagoge door de rabbi of priester wordt voorgelezen”. “Ze plakten een reeks perkamentvellen, tegenwoordig ook wel papiervellen, aan elkaar tot ze een strook van soms vele meters lengte hadden. Die kon dan opgerold worden op een stokje om opgeborgen te worden. Een goed voorbeeld van nu, om een idee van het uiterlijk te krijgen van een vroeger gangbare maat boekrol, is een dikke rol behangpapier met een hoogte van ongeveer een A3-vel (± 40 cm). Meestal werd de rol aan één kant beschreven, maar soms ook dubbelzijdig om perkament te sparen. Bij werken die uit meerdere boekrollen bestonden, zat meestal een label aan een uiteinde van de boekrol met daarop, kort vermeld, de titel van het werk en het hoofdstuk- nummer. In opgerolde toestand stak dit uit de boekrol, zodat dit het vlug opzoeken van een bepaald werk vergemakkelijkte. De moeilijk hanteerbare boekrol had als nadeel, dat het maar een beperkt leesstukje zichtbaar maakte voor de lezer… “Nou, over een zeer speciale Boekrol gaat het vandaag, jongens (…) Laten we eerst maar eens Openbaring 5 samen lezen: Johannes ziet in de rechterhand van God een boekrol, die van binnen en van buiten is beschreven. In de tijd van Johannes was een boek, een rol dus, aan één kant beschreven. Maar wij zien, dat God zoveel plannen bekend wil maken, dat hier de boekrol aan beide kanten is beschreven. Het boek, de rol dus, was bovendien verzegeld –zeg maar: “op slot gezet” met zeven zegels. En een engel riep: “Wie is waardig de boekrol open te maken en haar zegels te verbreken?” Maar niemand in de hemel en ook niet op de aarde kon de boekrol openmaken. Johannes huilde, omdat nu niemand te weten kon komen, wat erin geschreven stond. Johannes begreep toén Gods bedoeling nog niet. Maar een van de oudsten zei: “Huil maar niet, zie, de leeuw uit de stam van Juda, de wortel van David, heeft de macht om de boekrol te openen”.

...Jezus, de leeuw uit Juda's stam...

Jullie weten, dat de Heer Jezus de leeuw uit de stam van Juda wordt genoemd. De Heer Jezus is ook de wortel van David, dat wil eigenlijk zeggen: de wortel in de grond die het geslacht van David draagt en dat geslacht van David is eigenlijk de boom, de stamboom dus. Johannes de Doper zei het al: “Die na mij komt (= Jezus), is vóór mij geworden (= opgegroeid)”. Hij heeft gelijk gehad: de Heer Jezus, wás, ís en komt. Hij overwon de dood, de zonde en satan.

...Jezus overwon de dood, de zonde en de satan door Zijn opstanding uit het graf...

Daarom komt Hém de eer toe om de boekrol te openen. Johannes ziet in het midden van de troon en van de vier dieren en oudsten een…leeuw?...nee, een lam, dat geslacht is.

...Jezus als het Lam dat overwonnen heeft ...

De Heer Jezus is het Lam van God. Hij heeft de volmaakte volmacht, door God gekregen. Dat bewijzen de zeven horens. Ook heeft het Lam zeven ogen, die bewijzen zijn wijsheid en inzicht. Die ogen zijn de zeven geesten van God, uitgezonden over de gehele aarde. Dan pakt de Heer Jezus de Boekrol aan die God, Zijn Vader, Hem aanreikt. Hiermee geeft God de Heer Jezus alle macht over hemel en aarde en wordt Hij de uitvoerder van Gods plannen met de mens, de hemel en de aarde.

...de verzegelde Boekrol en het Lam...

Nadat de Heer Jezus de Boekrol aangenomen heeft, werpen de 24 oudsten zich voor de Heer Jezus neer, evenals de 4 dieren. Al gaat de Heer nu het oordeelsboek opendoen, toch is ieder vervuld met blijdschap. Allen hebben ze een citer –een soort gitaar-en gouden schalen vol reukwerk, dit zijn de gebeden van bekeerde mensen, die zich in geloof na de opname van de Gemeente tot God gewend hebben.

...cither...

Terwijl de gebeden tot God opstijgen, klinkt het loflied: “Lam Gods, Gij zijt waardig het Boek te openen, want Gij zijt geslacht en Gij hebt hen gekocht voor God met Uw bloed, uit elke stam, taal, volk en natie en Gij hebt hen voor God gemaakt tot een koninkrijk en tot priesters, en zij zullen als koningen heersen op aarde”. De engelen zijn blij, dat de Heer nu de eer krijgt, die Hem toekomt. Wat is het fantastisch te weten, jongens (…), dat er steeds engelen om ons heen zijn om ons te dienen en te bewaren op al onze wegen. Dat de engelen ons bewaren, staat in Psalm 91 vers 11. We zoeken het even op: 11 Hij vertrouwt je toe aan zijn engelen, die over je waken waar je ook gaat. En dat zij ons dienen, staat in Hebreeën 1 vers 14. We zoeken dat ook even op: 14 Zijn zij niet allen dienende geesten, uitgezonden om hen bij te staan die deel zullen krijgen aan de redding?

...zo wordt een engel meestal afgebeeld...met vleugels (?)...

In Gods Woord, de Bijbel, staat veel over engelen. De engelen waren al voordat de aarde bestond, geschapen en zijn zelf ook door God geschapen. Er zijn een astronomisch aantal engelen. In Daniël 7 vers 10 gaat het over 1000 x 1000 dienende engelen en 10 x tienduizenden engelen, die voor Gods troon staan. De engelen hebben verschillende taken. De cherubijnen, waar ik het over had –en die je ook op het deksel, eigenlijk de troon- van de ark van het verbond ziet afgebeeld, worden ook wel troondragers genoemd. De serafs bevinden zich onder Gods troon. In de Bijbel wordt ook gesproken over een aartsengel, namelijk Michaël

...afbeelding van de aartsengel Michaël door Hans Memlinc, 1433-1494

Zijn naam betekent: wie is aan God gelijk?! Wij weten, dat satan ook aan God gelijk wilde zijn. Daardoor is Michaël altijd nog in strijd gewikkeld met satan. In Judas vers 9 gaat het over de strijd van Michaël met satan over het lichaam van Mozes. 9. Zelfs de aartsengel Michaël waagde het niet de duivel te beschuldigen en te veroordelen toen hij met hem twistte over het lichaam van Mozes. Hij zei alleen: ‘Moge de Heer u straffen.’ Ook gaat het in de Bijbel over de boodschapper van God, Gabriël. We lezen in de Bijbel, hoe hij de blijde boodschap van Johannes’ en Jezus’ geboorte aan Zacharias en Maria brengt.

...Gabriël brengt de boodschap van Jezus' geboorte aan Maria...

Over de “engel des Heren” wordt in het Oude Testament gesproken. Hij heeft hier volkomen volmacht en is de Heer Jezus zelf. Engelen zijn geestelijke wezens. Zij kunnen zich in een ogenblik verplaatsen van de hemel naar de aarde en zich laten zien in menselijke gedaanten, zoals bij Abraham en Lot. Of zoals bij Sadrach, Mesach en Abednego in de vurige oven.

...in de vurige oven...

Daarom zegt de Bijbel tegen ons, dat we gastvrij (“herbergzaam”) moeten zijn, want…je weet maar nooit of je engel in huis hebt gehaald… Ook bij de geboorte van de Heer Jezus en bij Zijn verzoeking in de woestijn waren er engelen. Engelen gehoorzamen God, zoals ook wij God moeten gehoorzamen”. “Nou, dat was even een korte beschouwing over engelen”, zegt meester JeeWee, “ik vond, dat dat wel eens goed was...” Johannes hoort niet alleen de engelen, dieren en oudsten, maar alle schepsels in de hemel en op aarde en onder de aarde en in de zee zingen met de lofzang mee…” “De Heer Jezus komt alle lof, eer, heerlijkheid en kracht toe tot in alle eeuwigheid”, zingen ze.

...lofprijs...

Alleen nog maar het begin van de eeuwige heerlijkheid wordt openbaar, want er moet nog zo veel gebeuren, voordat de satan en de zonde verdwenen zijn van de aarde”. “De oudsten beseffen hoe groot de genade is, die door de Heer Jezus wordt geschonken en ze werpen zich in aanbidding voor de Heer Jezus neer. De 4 dieren bevestigen de lofzang met hun “Amen”. Boven zijn –door de opname van de Gemeente- de gelovigen. Wij hopen ook bij de lofprijzing en aanbidding te zijn, als we opgenomen zijn door de Heer Jezus”… Het wordt even stil. Daarna zegt Linda zacht: “…Het is net of ik een stukje hemel zag…” “…en dat van de engelen vind ik ook erg mooi”, zegt Willeke enthousiast en Rieteke knikt instemmend met haar hoofd. “Ja”, zegt meester JeeWee, “het geeft ons –als kinderen van God- rust en vrede, dat er altijd engelen om ons heen zijn. Vooral in moeilijke momenten… God is goed voor ons…”

Lof, eer, aanbidding voor U, Heer Jezus, grote God, machtig Heer, stralende Ster. En door alle eeuwen heen wil ik U prijzen en met U regeren in Uw koninkrijk.

hoofdstuk 6 De eerste zes zegels geopend

...Linda heeft de griep...

Ze zijn maar met z’n drietjes…meester JeeWee, Willeke en Rieteke. Linda ligt thuis met griep op bed… “Vervelend, jongens (…)”, zegt de meester, “maar vooral voor Linda…” “We gaan vandaag toch wel een nieuw hoofdstuk doen?”, zegt Rieteke, ietwat zeurderig. “Ik zal wel alles voor haar opschrijven”, zegt Willeke. “Dat is goed”, zegt de meester, “dan leer je ook een samenvatting maken…dat is goed voor als je straks uittreksels van boeken gaat maken” “O, die kun je ook online krijgen”, zeggen de meisjes bijna gelijktijdig. (Wat de meester daarna zegt, wordt hier op hyves niet weergegeven, want dat zou wel 2 of meer blogs vullen…) Daarom, hyveslezer(tje)s, DO IT NOT: geen uittreksels via online!! Nog even een verhaaltje, dat de meester hierover vertelde: “Er was een jongen op de HAVO die het Franse boek van Hector Malot “Sans famille” niet gelezen had, maar wél het uittreksel online. Toen ze hem op het examen vroegen, hoe dit boek in het Frans heette, zei hij: “Seul sur le monde, meneer…” een erg slechte vertaling dus van de juiste Nederlandse vertaling “Alleen op de wereld”… Deze jongen hoefde verder dus niks meer over het boek te vertellen. Of-ie geslaagd is, weet ik niet…”

'Sans Famille' ... geen "Seul sur le monde"...

“Nu maar verder in hét Boek”, zegt de meester. “Vandaag hoofdstuk 6 van Openbaring. Hierin volgen de beschrijvingen van de oordelen die over de aarde zullen komen. Nu, in deze tijd, is er ook veel moeite en verdriet op aarde, maar God geeft ons vaak lijden om ons daardoor dichter bij Hem te brengen. Voor ongelovige mensen is lijden soms een roepstem van God, omdat Hij graag wil, dat deze mensen dichter naar Hem toe komen…” “In dit hoofdstuk lezen we, dat God vertoornd, dus erg boos, is over alle goddeloze mensen die Zijn Zoon, de Heer Jezus, niet hebben willen aannemen en soms de christenen hebben vervolgd… De Here Jezus opent het eerste zegel en een van de vier dieren roept met een stem als een donderslag: “”Kom”. Ik vertelde al, dat de dieren de oordelende macht van God voorstellen. Johannes ziet een wit paard verschijnen en hij die erop zit, heeft een boog en hem wordt een kroon gegeven. Hij trekt erop uit, overwinnend en om te overwinnen. Deze ruiter op het paard stelt de Heer Jezus voor. Je zult zeggen: God gebruikt toch geen boog als wapen? Nou, in Habakuk 3 vers 9 staat bijvoorbeeld: “Reeds is uw boog ontbloot, Gij hebt u voorzien van pijlen in overvloed” Nadat de Heer Jezus het tweede zegel geopend heeft, hoort Johannes het tweede dier zeggen: “Kom”. Nu verschijnt er een rood paard en de ruiter die erop zit, wordt de macht gegeven om de vrede van de aarde weg te nemen. Omdat er oorlog zal komen, heeft de ruiter een groot zwaard. Deze ruiter moet een zware strijd voeren om de overwinning te behalen en onderwerpt de volken met het zwaard. Als het derde zegel geopend wordt, ziet Johannes een zwart paard komen. Degene die erop zit, heeft een weegschaal in de hand en een stem zegt: “Een maat tarwe voor een schelling en drie maten gerst voor een schelling en breng geen schade toe aan de olie en de wijn”. Het zwarte paard is het beeld van rouw. De hoognodige levensmiddelen, zoals tarwe en gerst voor brood, zullen in die tijd heel duur worden.

...de vier ruiters op de paarden...

Dan wordt het vierde zegel geopend en nadat het vierde dier gezegd heeft: “Kom”, verschijnt een vaal-, dat wil zeggen: een beetje grauw- paard. Die erop zit, is de dood en het dodenrijk achtervolgt hem”. “Dat klinkt wel heftig, vinden jullie niet, jongens?” (…waarom zegt meester JeeWee nou geen “meisjes”, terwijl we nou maar met z’n tweeën zijn?, denken Willeke en Rieteke…) Dat vierde paard is het teken van een zwaar oordeel, dat komt. Door het zwaard, de honger, de pest en wilde dieren zal een vierde deel van de aarde getroffen worden. De vale, grauwe kleur van het paard wijst dus op dood en verderf. Dat is erg, hè, Willeke en Rieteke (…gelukkig geen “jongens”…), dat dit gaat gebeuren…” “Maar wat zien we bij de opening van het vijfde zegel? De stemmen van de vier dieren zijn niet meer te horen. Er komt nu nog geen oordeel. Toch is er iets heel erg gebeurd: veel mensen, die bekeerd zijn na de opname van de gemeente –in de “grote verdrukking”, zoals dat heet- zijn, omdat ze in de Heer Jezus geloofden en dat ook getuigden, gedood. Johannes hoort de zielen van deze mensen heel hard roepen: “Tot hoelang, o heilige en waarachtige Heerser…oordeelt en wreekt Gij ons bloed niet”. (hieronder klikken om de ranglijst te zien van vervolgde christenen in de wereld van de 21e eeuw…)

...'Open Doors' ...

Hierop klikken

“Eeuwenlang hebben de christenen aan lijf en ziel ondervonden, dat het volgen van Jezus geestelijk en/of lichamelijk lijden tot gevolg heeft. Door de kracht van de Heer Jezus konden zij hun vervolgers vergeven. Maar nu roepen deze zielen om wraak en de Heer Jezus geeft hen –door Zijn rechtvaardigheid- een wit kleed. Ze moeten wel wachten voor zij hun hemelse lichaam krijgen, totdat alle gelovigen in de grote verdrukking gedood zijn. Het is opvallend, dat ze niet “Heer”, maar “Heerser” roepen. De Heer Jezus gaat nu namelijk Zijn Koninkrijk in hemel en op aarde vestigen. Bij het openmaken van het zesde zegel ziet Johannes verschrikkelijke natuurrampen. In Jesaja 2 : 19 t/m 21 kun je er al over lezen: Jesaja 2:19-21. 19 Men schuilt weg in rotsspelonken, in holen in de grond, op de vlucht voor de vreselijke macht van de HEER, voor zijn geduchte majesteit, wanneer zijn komst de aarde schokt. 20 Op die dag zullen de mensen de afgoden, gesmeed van hun zilver en goud, gemaakt om te vereren, prijsgeven aan ratten en vleermuizen. 21 Ze zullen wegschuilen in rotsholen, in kloven en bergspleten, op de vlucht voor de vreselijke macht van de HEER, voor zijn geduchte majesteit, wanneer zijn komst de aarde schokt. De Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap “Deze rampen vervullen de mensen op de aarde met grote schrik. Vol angst kruipen ze weg, want: wie kan zo nog bestaan voor God en zich voor de toorn verbergen?! Zij huiveren voor het oordeel, omdat ze weten, dat ze christenen vervolgd en gemarteld hebben…” “Maar…de dag des Heren is nog niet aangebroken. Het zevende zegel is immers nog niet verbroken. Ook is tegen de zielen die zich onder het hemelse altaar hebben verborgen, gezegd, dat ze nog een korte tijd moeten rusten…” Met een zucht zegt meester JeeWee tenslotte: “Wat zou je toch graag willen, dat alle ongelovige mensen in onze tijd zouden zien, dat het nog steeds genadetijd is, dat wil zeggen: dat er nog een kans is om de Heer Jezus lief te hebben, omdat ze mogen weten, dat hun zonden zijn vergeven door Zijn bloed aan het kruis en zo kinderen van God mogen worden…”

...door het kruis van Jezus kom je tot God...

“Ik zou wel willen, dat alle mensen in de Heer geloofden”, zegt Willeke... “Er zijn veel mensen die niet over God willen horen”, voegt Rieteke eraan toe. “Voor die mensen moeten we blijven bidden”, zegt de meester, “en God vragen of Hij hun ogen wil openen. Wat is het fijn, dat wij met God kunnen praten…” “Jammer, dat Linda er niet bij was vandaag”, verzucht Willeke. De meester trekt zijn portemonnee. “Hier is een tientje, koop daar een leuk fruitmandje voor en breng het samen even. Desnoods leg je er nog wat bij…”

Voordat de twee meiden een fruitmandje gaan organiseren, zingen ze samen nog een lied:

Erken nu de Heer, volken der aarde, erken nu Zijn majesteit. Kniel voor Hem neer, want Hij is waardig, vol macht en heerlijkheid. Als Hij spreekt boven de wateren rolt de donder, vlamt er een vuur. Ontzagwekkend is Zijn machtige stem, hoor naar Hem in dit heilig uur.

hoofdstuk 7 De ontelbare hoeveelheid heiligen voor Gods

...de nieuwe president van Amerika…Barack Obama…

“Kijk”, zegt meester JeeWee, “op deze foto zie je de nieuwe president van Amerika. Hij werd op 20 januari van dit jaar 2009 geïnstalleerd, waarbij hij zijn hand op de oude bijbel van president Lincoln legde, die zijn vrouw Michelle in haar hand vasthield…” “Waarom deed hij dat, meester”? vraagt Linda, die weer helemaal beter is. Ze heeft net verteld, dat haar fruitmandje nu helemaal leeg gegeten is… “Dat deed hij”, zegt de meester, “omdat hij zijn hulp alleen van de Here God verwacht…” “Hij wil ook geen oorlog meer in Irak”, zegt Willeke. “Maar ik vind het wel gek, dat hij wel weer meer soldaten naar Afghanistan wil sturen”, zegt Willeke, “dat heb ik tenminste op het jeugdjournaal gehoord…”

“…en hoe kan dat nou”, zegt Rieteke, “die Obama is toch ook christen? Waarom schaft hij nou niet meteen de oorlog af?” De meester heeft het allemaal zo eens aangehoord en is blij, dat de meiden zo kritisch met elkaar aan het praten zijn. Dan vertelt hij, dat er altijd oorlog is geweest. “Lees het Oude Testament er maar eens op na”, zegt hij. De oorlog tussen Israël en de Hamas van de Palestijnen lijkt soms iets te minderen, maar er zal altijd oorlog blijven, tenminste…tot de eeuwige Vrede is aangebroken, waarvan we lezen in het laatste hoofdstuk van Openbaring… “Nu is het dus tijd om onze bijbeltjes te openen. Hoofdstuk 7 is aan de beurt. Het is eigenlijk een soort tussenperiode of tussengeschiedenis, waarin ons wordt verteld hoe het zal gaan met het volk Israël en met ontelbaar vele anderen”… “Voor het zevende zegel verbroken wordt, krijgt Johannes een visioen te zien. Hij mag zien, hoe God Zijn volk Israël weer erkent, zoals we dat ook kunnen lezen in Ezechiël 37

...de Heer Jezus hing aan twee stukken hout, ook en juist voor Israël, Zijn volk…

Israël is Gods volk, ja, Gods “oogappel”, en zal dat –ondanks alles, altijd blijven ! Vier engelen ziet hij staan aan de vier hoeken van de aarde, die de vier winden van de aarde vasthouden.

...Noord, zuid, west, oost…

Geen wind waait zodoende over de aarde, de zeeën en de bomen. Dan verschijnt er een engel uit het oosten, vanwaar de Zon der gerechtigheid (= Jezus Christus) zal opgaan over de aarde. Deze engel roept met harde stem tot de vier engelen: “Breng geen schade aan de aarde, ook niet aan de zee, de bomen, voordat wij de knechten van onze God aan hun voorhoofden verzegeld hebben”. Dat betekent, dat er nog een volk wordt voorzien van een zegel, voordat er nog meer oordelen over de aarde komen… God gaat Zijn Woord waar maken, dat in Jesaja 45 vers 25 staat: 25 Heel het nageslacht van Israël zal bij de HEER recht vinden en zich gelukkig prijzen.

…de staat Israël…

Dan worden de namen van 12 x 12.000 = 144.000 verzegelden genoemd, allemaal uit de 12 stammen van Israël. Allereerst wordt de stam Juda genoemd. Jullie weten, dat uit Juda de Messias, de Heer Jezus dus, is voortgekomen. Dan volgt Ruben die, omdat hij zich misdragen had, zijn eerstgeboorterecht had verspeeld. Dan volgen de namen van de stammen Gad, Aser en Naftali. In de plaats van de stam Dan volgt Manasse, de eerstgeboren zoon van Jozef. Van de stam Dan kunnen we in de Bijbel lezen, dat zij afgoden dienden. Ook Judas, die de Heer Jezus heeft verraden, was afkomstig uit de stam van Dan. Toch blijkt uit Ezechiël 48 vers 1 en 32, dat ook de stam van Dan later een erfdeel zal krijgen: 1 Dit zijn de namen van de stammen: In het uiterste noorden, langs de weg naar Chetlon, Lebo-Hamat en Chasar-Enon, bij de grens met Damascus in het noorden, aan de kant van Hamat, krijgt Dan zijn deel, van de oost- tot de westgrens. 32 Aan de oostkant 4500 el, met drie poorten: de Jozefpoort, de Benjaminpoort en de Danpoort. Dan hoort Johannes over de 12.000 verzegelden uit de stam van Simeon, Levi, Issaschar en Zebulon.

…een litho (= steendruk), gemaakt door Marc Chagall. Het gaat over de stam Simeon en meester JeeWee heeft een echte (…) voorstudie ervan op z’n studeerkamertje hangen…

Tenslotte wordt de stam van Jozef en Benjamin genoemd. Uit al die stammen moeten dus mensen verzegeld worden met het teken van de levende God, waarschijnlijk met de laatste letter van het oude Hebreeuwse schrift, de taw.

a...ls laatste en 22e letter de Taw...

In het oude Hebreeuws werd deze letter geschreven als een kruis. In het Bijbelboek Ezechiël 9 wordt gesproken over de mensen die een merkteken, een taw, op hun voorhoofd kregen en zo gered werden… De mensen die in Openbaring genoemd worden, kun je vergelijken met de mensen die in Ezechiël genoemd worden:ze zijn Gods eigendom en zullen de verdrukking dus niet meemaken. Het is net als bij het bloed van een lam–bij het Pascha- dat de engel aan de deurposten van de Israëlieten streek. Toen werden alle eerstgeborenen gespaard, terwijl die van de Egyptenaren stierven… De Israëlieten waren daarna van de Egyptenaren bevrijd en konden wegtrekken naar het beloofde land Kanaän.

…Pascha = voorbijgaan, wordt nog altijd door de Joden gevierd met een maaltijd met o.a. matzes, dat zijn ongezuurde koeken...

Daarna ziet Johannes een ontelbare hoeveelheid mensen uit elke natie en uit alle volken, stammen en talen, die voor de troon en het Lam staan. Ze zijn bekleed met witte kleren en hebben palmtakken in hun handen. Gelukkig roept de Heer niet alleen Zijn volk Israël bij Zijn troon, maar ook ontelbare heidenen die in Hem zijn gaan geloven. Daarom mogen ook zij witte kleren dragen. Jullie weten misschien, dat dit het teken van gerechtigheid is. Als bij ons in militaire dienst regels werden gesteld die goed waren voor ons, maar ook: als een soldaat tegenover een andere soldaat een goede daad verrichtte, dan noemden we dat “gerechtigheid”. God is dus zo tevreden over ons, dat hij ons straks bij Zijn troon witte kleren geeft.

…meisjes die ter communie gaan, dragen witte feestkleren…

De palmtakken betekenen de overwinning. Eind september tot eind oktober worden er ook weer palmtakken gebruikt op het Loofhuttenfeest bij de Joden.

…hier wordt een loofhut gemaakt…

Het is hét grote Vreugdefeest bij uitstek. Er wordt een soort kampeerhuisje gemaakt, dat loofhut wordt genoemd, waarin gegeten en gedronken wordt en waar ook de visite wordt ontvangen. De gedachte is, dat, als je er in zit, helemaal afhankelijk van God bent, net als toen de Israëlieten door de woestijn zwierven. Straks worden er ook weer palmtakken gebruikt op hét Loofhuttenfeest in het duizendjarige Vrederijk. Voor dit Vrederijk begint, is er de grote verdrukking, waarin de antichrist, een machthebber tegen God gericht, zal heersen. Vermoedelijk staan voor Gods troon ook de Joden die door de gelovigen in de grote verdrukking zijn geholpen om dicht bij God te blijven. Je kunt het vergelijken met Joodse onderduikers die in de oorlog door mensen werden geholpen en verborgen werden gehouden in hun huis.

…Anne Frank, het joodse meisje, dat zich in het achterhuis op de Prinsengracht in Amsterdam met haar familie schuil hield…

Deze mensen zijn de “schapen”, waarvan Mattheüs 25 spreekt: 31 Wanneer de Mensenzoon komt, omstraald door luister en in gezelschap van alle engelen, zal hij plaatsnemen op zijn glorierijke troon. 32 Dan zullen alle volken voor hem worden samengebracht en zal hij de mensen van elkaar scheiden zoals een herder de schapen van de bokken scheidt; 33 de schapen zal hij rechts van zich plaatsen, de bokken links. 34 Dan zal de koning tegen de groep rechts van zich zeggen: “Jullie zijn door mijn Vader gezegend, kom en neem deel aan het koninkrijk dat al sinds de grondvesting van de wereld voor jullie bestemd is. 35 Want ik had honger en jullie gaven mij te eten, ik had dorst en jullie gaven mij te drinken. Ik was een vreemdeling, en jullie namen mij op, 36 ik was naakt, en jullie kleedden mij. Ik was ziek en jullie bezochten mij, ik zat gevangen en jullie kwamen naar mij toe.” 37 Dan zullen de rechtvaardigen hem antwoorden: “Heer, wanneer hebben wij u hongerig gezien en te eten gegeven, of dorstig en u te drinken gegeven? 38 Wanneer hebben wij u als vreemdeling gezien en opgenomen, u naakt gezien en gekleed? 39 Wanneer hebben wij gezien dat u ziek was of in de gevangenis zat en zijn we naar u toe gekomen?” 40 En de koning zal hun antwoorden: “Ik verzeker jullie: alles wat jullie gedaan hebben voor een van de onaanzienlijksten van mijn broeders of zusters, dat hebben jullie voor mij gedaan.” Deze mensen roepen heel hard: “De zaligheid is van onze God, die op de troon zit en van het Lam” Zij eren God die hen heeft verlost en ook het Lam (dat is Jezus Christus), die door Zijn offer (dat is: Zijn sterven aan het kruis…) de verlossing mogelijk heeft gemaakt en hen door Zijn bloed heeft gereinigd”.

…uit de film “The passion of the Christ”…

“Begrijpen jullie nu ook de overeenkomst van het bloed van het lam, dat aan de deurposten bij de Israëlieten in Egypte werd gestreken door een engel en het bloed van de Heer Jezus aan het kruis?” Een moeilijke vraag, waarop meester JeeWee maar aan de meiden het antwoord geeft: “Het bloed van een lam gaf aan de Israëlieten een soort paspoort om in vrijheid te gaan naar het land van de belofte –Kanaän- weg van de benauwenis van Egypte. Het bloed van de Heer Jezus aan het kruis –die ook het Lam wordt genoemd- geeft aan ons een soort paspoort , waardoor onze zonden worden vergeven…mijn moeder zong vaak een nogal ouderwets lied uit een zangboek van Johannes de Heer: “Is je paspoort getekend, o mens?”…

…is je paspoort getekend? …

“Nu weer terug naar vers 11 van hoofdstuk 7 van Openbaring”, zegt de meester… “We lezen daar, dat de engelen, de oudsten en de vier dieren zich voor de troon van God werpen en God aanbidden, terwijl ze zeggen: “Amen, de lof en heerlijkheid en de wijsheid en de dankzegging en de eer en de macht en de sterkte zij onze God tot in alle eeuwigheden ! Amen”. “Deze heiligen die voor de troon van God staan, mogen wel komen in de eeuwige heerlijkheid, maar zijn toch onderscheiden van Israël en de Gemeente… Dan zegt een van de oudsten tegen Johannes: “Wie zijn dezen, die bekleed zijn met witte gewaden en vanwaar zijn ze gekomen?” Dan zegt de oudste: “Dezen zijn het, die komen uit de grote verdrukking; ze hebben hun gewaden gewassen en die wit gemaakt in het bloed van het Lam”. In Jesaja 1 vers 18 staat: 18 De HEER zegt: Laten we zien wie er in zijn recht staat. Al zijn je zonden rood als scharlaken, ze worden wit als sneeuw, al zijn ze rood als purper, ze worden wit als wol. “Zien jullie, dat hier al staat, dat onze zonden door het bloed van het Lam (= Jezus Christus) wit worden als sneeuw en witte wol?

Zwartgeblakerd door een zondig leven heb ik vandaag mijn ziel ontbloot Ik heb geschreeuwd, ik heb gefluisterd Klaagde U stil al mijn nood. U hebt mij geantwoord Heer, ik had het kunnen weten 'k heb naar buiten de mond vaak vol van U maar heb Uw genade aan mij vergeten Ik was zelf vaak niet koud of heet maar vele malen slechts alleen lauw ik sta zo graag op eigen benen en vraag hulp niet zo gauw. Nu moet ik onder ogen zien ooit bracht ik U die wonden voor mij droeg U die doornenkroon U ging aan 't kruis voor al mijn zonden. Geheiligd word ik door Uw liefde gespijzigd door Uw brood en wijn gereinigd door de doop ten leven mag ik witter dan sneeuw voor eeuwig zijn. Debora Ooijen “Wat een mooi gedicht”, zucht Willeke. “Maakt u er nog een kopietje van?” vraagt Linda. Dat doet de meester graag en hij zegt: “We gaan gauw weer verder, want de klok loopt ook door…” “Het valt me op”, zegt de meester, “dat er staat, dat deze mensen komen uit de grote verdrukking. De zeven bazuinen moeten nog gaan klinken en de zeven schalen moeten nog uitgegoten worden. In die tijd zullen deze mensen op aarde zijn en lijden, omdat ze christenen zijn. Maar Johannes ziet in het visioen van Openbaring hun verlossing. “Het valt me ook op”, zegt de meester, “dat het gaat over de grote verdrukking. Niet over een verdrukking, zoals er meer zijn geweest in de wereldgeschiedenis. De profeten Jeremia en Daniël spraken al over de grote verdrukking en ook de Heer Jezus sprak er al over. Deze mensen vereren de Here God dag en nacht in Zijn tempel en Hij die op de troon gezeten is, “zal Zijn tent over hen uitspreiden”. Zoals het volk Israël in de woestijn onder de wolk veilig was, zo zal God over deze mensen Zijn tent uitspreiden. Hij zal hen zegenen en beschermen.

…de wolkkolom, zoals die boven de tabernakel (eigenlijk een tent voor God) hing, als teken, dat God erbij was…

In de hemel is geen tempel of dag en nacht. Dat gaan we straks lezen in hoofdstuk 21 van Openbaring. Deze tempel, waarover het gaat in hoofdstuk 7, zal zijn in het duizendjarige rijk. De profeet Ezechiël sprak al over deze tempel. Deze mensen, waarover het gaat in hoofdstuk 7 zullen dan geen honger of dorst meer hebben of last van hitte, staat in vers16b. Het Lam, dat in het midden van de troon is, zal hen weiden en naar de waterbronnen van het leven brengen. God Zelf zal hun tranen afdrogen, dat wil zeggen: hun verdriet wegnemen. Alle herinneringen aan het vreselijke lijden zullen weggevaagd zijn”. “Wat geweldig zal dat voor die mensen zijn”, verzucht Rieteke. Linda, die erg aandachtig heeft zitten luisteren, zegt: “Meester JeeWee, zullen we ook bekende mensen uit de Bijbel, zoals Abraham, Mozes, Jozef en Daniël in werkelijkheid zien?” “Tja…”, zegt de meester, “dit is zo moeilijk te begrijpen, maar dat het zo zal zijn, geloof ik zeker en dat weten maakt me al blij…alles zal veel heerlijker en mooier zijn dan we het ons nu kunnen voorstellen. Wij hebben hier op aarde maar een beperkt menselijk verstand”… Opeens zegt Willeke: “Soms twijfel ik er wel eens aan of ik er ook bij zal zijn”… De meester denkt even na en dan zegt hij: “Jullie hebben misschien wel die film gezien over de Titanic, dat reuzengrote schip, dat vergaan is in 1912?” De meiden knikken alle drie van ja…

...de Titanic die in 1912 verging…

“Daarvan heb ik horen vertellen”, zegt de meester, “dat een zendeling die hulpeloos op de golven ronddobberde, steeds riep: “Roep tot de Here God en Hij zal u behouden”. Opeens riep hij: “Ik zink…”. Even daarna klonk nog één keer zijn stem: “….maar ik kom Boven…” “Jongens (…), als wij zinken, ik bedoel: als we bang zijn, moeten we juist op God vertrouwen… Doordat we ons aan Hem overgeven, zal Hij ons redden. De Here God vangt ons wel op, als wij ons maar in Zijn eeuwige armen laten vallen”… “Juist als we zwak zijn”, zegt Paulus in zijn brieven in de Bijbel, “zijn we sterk…dat doet God”. Voordat de meiden en de meester naar huis gaan, zingen ze nog een lied:

...al moet ik door het druk verkeer…

Al moet ik door het druk verkeer, in spitsuren van de dag, ik ben niet bang, want ik weet me omringd door Jezus’ engelenwacht. De Heer kent de straten van de stad. Hij leidt me op weg naar huis. Ik loop gerust, ik rij beschermd; Hij brengt me veilig thuis.

Wordt vervolgd...deel twee

Hierop klikken voor het tweede deel "Kijk...Ik maak alles nieuw!"

Thema Eenvoudig. Mogelijk gemaakt door Blogger.